"Hoe zeg je nee tegen iets dat op zich goed voor Zoetermeer is?", vraagt Kiem-Lan, een jonge dame met een grote maatschappelijke betrokkenheid, mij tijdens mijn lezing over 'De zin van nee durven zeggen'. Maandelijks geef ik een lezing in mijn praktijkruimte. De beperkte ruimte, waar niet meer dan 15 bezoekers kunnen zitten, heeft een meerwaarde. Tijdens de lezing nodig ik alle bezoekers uit om vragen te stellen en mijn lezing aan te vullen met persoonlijke verhalen.
Ik merk dat deze vraag deze jonge bezoekster hoog zit. Op sommige vragen is er geen antwoord te geven, dat altijd en voor iedereen waar is. In een gesprek vraag ik dan om de vraag heel concreet te maken. Ik had deze jonge dame kunnen vragen met wat zij bedoelde 'wat goed voor Zoetermeer is'. Ik besluit een andere route te kiezen, omdat ik aanvoel dat achter haar vraag een aangrijpend verhaal zit.
"Wie heeft er een voorbeeld van hoe je dan toch nee kunt zeggen?", vraag ik terwijl ik de andere bezoekers aankijk. Een andere jonge Chinese dame pakt de bal op. "Ik was een maatje van een gehandicapte jongere", zegt ze. Ze vertelt met grote eerlijkheid, dat ze met dit vrijwilligerswerk was begonnen, omdat haar verstand vertelde dat dit zinvol was. Ze heeft het lang gedaan, maar steeds vaker begon haar hart zich te roeren. Haar hart zei dat zij haar tijd zinvoller kon gebruiken. Ze vat het samen door te zeggen "Als ik bij deze jongere was, was ik er wel met m'n hoofd maar niet met m'n hart".
Na dit voorbeeld vervolg ik de lezing. Na afloop blijft Kiem-Lan zitten. Ik merk dat ze mij graag nog tussen vier ogen wil spreken. Nu vraag ik haar wel om haar vraag te concretiseren. Ze vertelt haar verhaal terwijl ze haar tranen verbijt. Ze zegt "Ik begrijp helemaal hoe die Chinese dame zich voelt. Ik voel me ook heen en weer getrokken tussen mijn hoofd en hart. Haar verhaal heeft me geholpen." Als zingevingstherapeute hoef ik op dat moment daar niet veel aan toe te voegen.
Ellen van Son
Zingevingstherapeute
13 augustus 2014